Generieke beurzen

De Vlaamse overheid kent generieke beurzen voor mobiliteit naar landen die niet als programmalanden binnen Erasmus+ zijn opgenomen. Het financieringsprogramma wordt beheerd en ondersteund door de VLUHR in samenwerking met het Departement Onderwijs en Vorming.

Beschrijving

Het programma generieke beurzen beoogt mobiliteit te stimuleren complementair aan de mogelijkheden binnen het Erasmus+ programma. Studenten uit opleidingen op niveau 5, 6 of 7 van de Vlaamse kwalificatiestructuur komen voor dit programma in aanmerking. Het budget dat voor deze actie werd toegekend door het Ministerieel besluit van december 2023 is €2 277 000.

Ontvankelijkheidscriteria

  • Elke Vlaamse hogeschool of universiteit kan studenten uitsturen via dit programma.
  • Het programma houdt geen beperking van disciplines in. Alle studiegebieden komen in aanmerking.
  • De student betaalt geen inschrijvingsgeld in de ontvangende gastinstelling.
  • De mobiliteit heeft betrekking op studie, stage of onderzoek in het kader van een bachelor- of masterproef en dient gevalideerd te worden binnen de instelling.
  • In geval van studiemobiliteit of onderzoek in het kader van de bachelor-/masterthesis:
    • Er is een ondertekend Cooperation agreement tussen de zendende instelling en de ontvangende gastinstelling. Bij gebrek aan een ondertekend Cooperation agreement wordt een ondertekend Letter of intent ook aanvaard op het moment van de aanvraag. Er is wel een ondertekend Cooperation agreement vereist voor de datum dat de student op mobiliteit vertrekt.
    • De student heeft een Learning agreement afgesloten met de ontvangende en zendende instelling: daarin wordt het gevolgde programma in de gastinstelling weergegeven. Dit document wordt ondertekend door de student, de ontvangende en zendende instelling voor de datum van de uitbetaling van het eerste deel van de beurs. Door dit document te ondertekenen valideert de zendende instelling het gevolgde programma.
  • In geval van stagemobiliteit:
    • Er is een ondertekende stageovereenkomst tussen de zendende instelling en de ontvangende gastinstelling (instelling/organisatie/bedrijf). Dit document wordt ondertekend door de student, de ontvangende en zendende instelling voor de datum van de uitbetaling van het eerste deel van de beurs.

Modaliteiten

  • De subsidies worden toegekend voor besteding in het academiejaar 2024-2025.
  • De behaalde credits tijdens de mobiliteit worden door de zendende hogeronderwijsinstelling erkend.
  • De mobiliteit kan aanvangen vanaf 1 juli 2024.
  • De mobiliteit kan naar landen die niet tot de EU-lidstaten en met het programma geassocieerde derde landen behoren binnen Erasmus+ voor studenten uit opleidingen op niveau 5, 6 of 7 van de Vlaamse kwalificatiestructuur.. Een lijst van alle programmalanden binnen Erasmus+ is hier te vinden.
  • De mobiliteit bedraagt minimum één maand (minimum 5 ECTS) en maximum 12 maanden. Een maand wordt beschouwd als 30 dagen, ook al telt de maand 28, 29 of 31 dagen. De student krijgt per volledige maand van 30 dagen een beursbedrag toegekend. Voor de laatste maand geldt de afrondingsregel van minstens 26 dagen.

    Bv: 15/02 – 11/05:
    • 15/02 – 14/03 = 30 dagen = 1 maand
    • 15/03 – 14/04 = 30 dagen = 1 maand
    • 15/4 – 11/5 = 30 dagen – 3 dagen = 27 dagen (voldoende voor de laatste maand)
  • Voor de correcte berekening van het aantal maanden kan er gebruik gemaakt worden van de Excel sjablonen die bij de oproep worden meegestuurd.
  • Het beschikbaar budget per hogeronderwijsinstelling (in euro) wordt verdeeld over de Vlaamse hoger onderwijs instellingen op basis van de aantallen ingeschreven studenten in de opleidingen aan de Vlaamse hogescholen en universiteiten die kunnen gebruik maken van de mobiliteitsbeurzen.
  • Conform de bepalingen van het Ministrieel Besluit van december 2023 kan er geen budget meer overgedragen worden en zal VLUHR, herverdelingen van het restbudget toepassen op basis van de tweede tussentijdse rapportering.
  • VLUHR zal een tussentijdse oproep doen in december 2024 om de Vlaamse hogerondewijsinstellingen de kans te bieden om bijkomende reservekandidaten toe te voegen aan hun lijst. Deze kandidaten komen, na controle door AHOVOKS, eveneens in aanmerking voor een generieke beurs.
  • Het bedrag van de mobiliteitsbeurs bedraagt €700/maand. De studenten uit de ondervertegenwoordigde groepen ontvangen een extra toelage van €200/maand bovenop de reguliere toelage. Studenten uit ondervertegenwoordigde groepen zijn:
    • studenten die een studietoelage ontvangen van de Vlaamse overheid;
    • studenten met een functiebeperking, erkend door het VAPH: Personen met een handicap kunnen voor ondersteuning een beroep doen op het VAPH. Het is niet altijd duidelijk wat er onder de term handicap verstaan wordt. Daarom hanteert het VAPH altijd de volgende definitie:
      Elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten, en persoonlijke en externe factoren.
      Die definitie laat toe om de situatie van iedere persoon die een aanvraag voor ondersteuning indient, apart te bekijken. Beantwoordt iemands situatie aan de definitie, dan kan de betrokkene door het VAPH erkend worden als persoon met een handicap en een goedkeuring voor ondersteuning krijgen;
    • werkstudenten in een werkprogramma, zie de definitie van de Vlaamse overheid:
      Werkstudent: een student die aan al de volgende voorwaarden beantwoordt:
      1) hij is in het bezit van een bewijs van tewerkstelling in een dienstverband met een omvang van ten minste 80 uren per maand, of hij is in het bezit van een bewijs van uitkeringsgerechtigde werkzoekende en de opleiding kadert binnen het door een gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling voorgestelde traject naar werk;
      2) hij is nog niet in het bezit van een tweede cyclusdiploma of masterdiploma;
      3) hij is ingeschreven in een studietraject met specifieke onderwijs- en leervormen en met specifieke modaliteiten van begeleiding en aanbod, dat als zodanig geregistreerd is in het Hogeronderwijsregister. De afzonderlijke registratie in het Hogeronderwijsregister impliceert niet dat het hier een nieuwe opleiding betreft.

      De gegevens opgenomen in de database van AHOVOKS worden aanzien als de correcte data. Als referentiedatum geldt het moment van het indienen van de aanvraag, nl. 5 juni 2024. Voor dossiers die op deze datum nog in behandeling zijn wordt de finale beslissing van AHOVOKS afgewacht. Indien een dossier laattijdig wordt goedgekeurd door AHOVOKS, dan krijgt de student de extra toelage van €200/maand alsnog toegekend.
  • Een bijkomende vergoeding voor reiskosten wordt voorzien volgens regels die betrekking hebben op de afstand tot het gastland.
    • tussen 100 en 499 km: €180
    • tussen 500 en 1999 km: €275
    • tussen 2000 en 2999 km: €360
    • tussen 3000 en 3999 km: €530
    • tussen 4000 en 7999 km: €820
    • meer dan of gelijk aan 8000 km: €1 500
  • Gedeeltelijke nulbeurs: bij mobiliteit langer dan één maand dient minimum één maand uitbetaald te worden.
    Voor studenten uit ondervertegenwoordigde groepen kan er een nulbeurs worden toegepast vanaf de vierde maand. Bij langere mobiliteit dan drie maanden dient dus minimum drie maanden uitbetaald te worden.
  • Een voorwaarde om over te gaan tot uitbetaling van de beurs is dat het Learning of Training agreement ondertekend is door alle partijen: de student, de zendende en de ontvangende instelling.
  • De student mag deze beurs niet cumuleren met een andere Vlaamse of VLIR-UOS beurs.
  • Registratie van de mobiliteit dient te gebeuren via de Databank Hoger Onderwijs door de zendende instelling.
  • Er wordt op regelmatige basis gerapporteerd aan VLUHR over de volgende onderwerpen:
    • het aantal studenten dat in dit kader geselecteerd is (effectieve en reservestudenten);
    • het doel van de mobiliteit (studie/stage/onderzoek voor bachelor-/masterproef);
    • het aantal studenten dat een beurs zal ontvangen/ontvangen heeft (met opsplitsing naar studenten uit ondervertegenwoordigde groepen en andere);
    • het land van bestemming van de mobiliteit;
    • de duurtijd van de mobiliteit.
  • Op basis van tussentijdse rapporteringen aan VLUHR kan tijdens de loop van het programma een herverdeling van de middelen gebeuren tussen de instellingen.

Selectie

De selectie van de studenten gebeurt binnen de hogeronderwijsinstelling, op basis van geschiktheid, bekwaamheid en beschikbaar budget. De hogeronderwijsinstelling heeft een transparante selectieprocedure met duidelijk vastgestelde selectiecriteria en deadlines.

Selectiecriteria bovenop de criteria opgelegd door het programma, kunnen binnen de instelling vastgelegd worden.

Minimum 25% van het aantal studenten dat een Generieke beurs ontvangt komt uit ondervertegenwoordigde groepen. Studenten uit ondervertegenwoordigde groepen zijn:

  • studenten die een studietoelage ontvangen van de Vlaamse overheid;
  • studenten met een functiebeperking, erkend door het VAPH.
    Personen met een handicap kunnen voor ondersteuning een beroep doen op het VAPH. Het is niet altijd duidelijk wat er onder de term handicap verstaan wordt. Daarom hanteert het VAPH altijd de volgende definitie:
    Elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten, en persoonlijke en externe factoren.
    Die definitie laat toe om de situatie van iedere persoon die een aanvraag voor ondersteuning indient, apart te bekijken. Beantwoordt iemands situatie aan de definitie, dan kan de betrokkene door het VAPH erkend worden als persoon met een handicap en een goedkeuring voor ondersteuning krijgen;
  • werkstudenten in een werkprogramma, zie de definitie van de Vlaamse overheid:
    Werkstudent: een student die aan al de volgende voorwaarden beantwoordt:
    1) hij is in het bezit van een bewijs van tewerkstelling in een dienstverband met een omvang van ten minste 80 uren per maand, of hij is in het bezit van een bewijs van uitkeringsgerechtigde werkzoekende en de opleiding kadert binnen het door een gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling voorgestelde traject naar werk;
    2) hij is nog niet in het bezit van een tweede cyclusdiploma of masterdiploma;
    3) hij is ingeschreven in een studietraject met specifieke onderwijs- en leervormen en met specifieke modaliteiten van begeleiding en aanbod, dat als zodanig geregistreerd is in het Hogeronderwijsregister. De afzonderlijke registratie in het Hogeronderwijsregister impliceert niet dat het hier een nieuwe opleiding betreft.

    De gegevens opgenomen in de database van AHOVOKS worden aanzien als de correcte data.

    Elke instelling dient de norm van 25% te behalen. Indien nodig moet het totaal aantal uitgestuurde studenten worden aangepast om aan deze norm te voldoen. VLUHR controleert zowel de aanvraag als de eerste tussentijdse rapportering op de 25% norm.

Tijdsplanning

  • Oproep: december 2023
  • Selectie van de studenten: te bepalen binnen de instelling
  • Deadline voor het elektronisch indienen van de aanvraag bij de VLUHR: uiterlijk 5 juni 2024. De aanvraag houdt in dat de lijst van geselecteerde studenten wordt overgemaakt, met enerzijds de effectieve kandidaten binnen het beschikbare budget, en anderzijds de reservekandidaten voor het geval er zich annulaties voordoen of er extra financiering beschikbaar wordt gesteld. De aanvraag wordt ingediend met het aanvraagformulier in bijlage.
  • Opmaak contracten met hogeronderwijsinstellingen: juli 2024
  • Besteding subsidies: academiejaar 2024-2025
  • Deadline indienen eerste tussentijdse rapportering: 6 november 2024
  • Deadline om namen toe te voegen aan de reservelijst: 16 december 2024
  • Deadline indienen tweede tussentijdse rapportering: 10 februari 2025
  • Deadline indienen eindrapportering: 1 oktober 2025

Aangezien er geen budget meer kan overgedragen worden, zal VLUHR, indien mogelijk, herverdeling van het restbudget toepassen op basis van de tweede tussentijdse rapportering.

Meer vragen? Contacteer het VLUHR-i secretariaat.